De achternaam Bongaarts
De oorsprong van onze familienaam is het Nederlandse woord "Boomgaard". De kaart van Nederkruchten en omgeving uit 1601 laat een verbastering van deze naam zien bij diverse ingetekende hoeve's : Bomgart.
Een van de zaken die onze familie bezighield was de schrijfwijze van de achternaam. Mijn oom Frits schreef Bongaerts (met “ae”) terwijl zijn vader Bongaarts met dubbele “a” schreef. Er werd mij vroeger verteld dat Bongaerts geen familie was. Niets is minder waar en inmiddels heb ik ook veel andere schrijfwijzen van de naam gevonden die wel degelijk familie bleken te zijn (Bongarts, Bongartz, op den Bongart, Bongaertz, Bongards, to Bongart, Bongers, Bungarts).
De oudste vermelding (tot heden) is die van Joannes to Bongart als getuige bij het huwelijk in 1650 van zijn zoon Matthias die smid was in Ouerkruchten (Oberkrüchten).
Theodoor Willem Bongarts werd geboren als Bongarts, schrijft later zijn naam zowel met dubbel “aa” als met “ae”. Als zijn zoon Theodoor Hendrik in 1901 de Duitse nationaliteit krijgt wordt zijn achternaam Bongartz. Op de gezinskaart van mijn grootvader Lodewijk (Louis) Bongaarts is te zien hoe “Bongarts” Bongaerts wordt. In het Tegelse kerkregister wordt hij geboren als Bongarts, de meest voorkomende schrijfwijze.
Frits Bongaarts (1925-1944) heeft waarschijnlijk de schrijfwijze met “ae” overgenomen omdat die ook op het graf van zijn grootvader was te lezen.
Maar de naam Bongarts komt ook terug op bijvoorbeeld het bidprentje van Maria Catharina Bongarts (1887 – 1943). Dit laat dus zien dat de schrijfwijze van de achternaam geen bewijs is voor het wel of niet behoren tot een familie.In de 19de eeuw konden veel mensen sowieso niet lezen of schrijven. Als pastoor dan vroeg naar bijvoorbeeld namen en achternaam voor het geboorteregister van de kerk kreeg hij vaak te horen dat men niet kon schrijven. Het was dan aan pastoor om dit of op te zoeken, of er zelf maar iets van te maken, hetgeen regelmatig gebeurde. In de 17de eeuw staat “op den Bongart, in den Bongart, aen den Bongart, op Bongartshof, to Bongart, variatie te over. De schrijfwijze biedt dus duidelijk geen enkel bewijs als het gaat over wel dan niet behorende tot de familie.
Achternamen ontstonden in het algemeen (met uitzondering van de adel) pas op het einde van de middeleeuwen (15de eeuw). Ze zijn of afkomstig van de eigen familie (Janszoon wordt Janssen), of ze geven een streek of plaats aan (van Cruchten, van Tegelen, Lardenoije (uit de Ardennen), van eigenschappen (de Groot, Kleinen). Ook beroepen worden gebruikt : Smids, Schoenmakers, Wevers. Ook worden dieren gebruikt als aanduiding van kenmerken : de Vos, d’Hondt. In de 16de eeuw komen er in Frankrijk vervolgde Hugenoten naar onze streken : Legrand, Petit, Lejeune. Deze namen bestaan ook in het Nederlands : de Groot, Klein, de Jonge.
De naam Bongarts wordt in de 17de binnen onze famile in Cruchten waarschijnlijk afgeleidt van de hoeve waar men werkte : to Bongart of in den Bongart wijst daar op. Er is een Bongartshof dus dat zou dit kunnen bevestigen.
In Tegelen hadden vroeger alle familie’s ook een bijnaam. Bij de achternaam Bongaarts waren er twee in gebruik: Je was van de Mandemaker of van de Waever. Bij de oudere generaties was het gebruikelijk deze bijnamen te gebruiken in plaats van de werkelijke achternamen. Als er dan werd gevraagd wie ze bedoelden kwam steevast als antwoord : Wie die zich sjrieve ?